Anders van opzet dan hofjes
Tegenover het FransHalsmuseum vindt je op de nummers 63 t/m 85 de voormalige ‘gasthuisjes’. De huisjes werden tussen 1608 en 1612 gebouwd in opdracht van de gasthuismeesters van het St. Elisabeth of Grote Ziekenhuis, dat hier om de hoek stond. Oudere mensen die wat spaargeld hadden, konden zich laten inschrijven als provenier. Ze kochten zich zo eenmalig in en hadden tot het eind van hun leven onderdak en verzorging; een meer commerciële opzet dan de hofjes.
Vroege seriebouw
Het Elisabeth Gasthuis was na de grote stadsbrand van 1576 gevestigd op een voormalig kloosterterrein aan het Groot Heiligland. Bouwen van huurhuizen was in de 17de eeuw een gebruikelijke vorm van geldbeleggen voor een gasthuis. Oorspronkelijk stonden er twintig gelijkvormige huisjes en daarmee vormde het complex een van de vroegste voorbeelden van seriebouw op grote schaal.
Afbraak en verbouwing
In 1906 werden acht huisjes afgebroken. De overige 12 vormen samen met het voormalige oudemannenhuis en latere weeshuis (nu het Frans Hals museum) een uniek straatbeeld.
Door een ingrijpende verbouwing in 1931 is de historische indeling van de huisjes verloren gegaan. De achterhuizen verdwenen om plaats te maken voor uitbreiding van het ziekenhuis. De voorgevels bleven wel goed bewaard. De trapgevels met hun gemetselde bogen boven de ramen en toppilasters (een weinig uitspringende pilaster bovenin de gevels) zijn een mooie combinatie van sierlijkheid en eenvoud.

Indeling van de gasthuishuisjes
Uit een bewaard gebleven 18de eeuwse plattegrond kennen we de historische indeling van de huisjes. Ondanks de geringe breedte van de woningen en het ontbreken van een echte verdieping beschikten de bewoners over redelijk wat ruimte. Oorspronkelijk stond de voordeur in het midden van de gevel en gaf toegang tot een voorhuis waarin een kleine zijkamer met bedstede was afgescheiden.
De binnenhaard daarachter bezat een stookplaats tegen de zijmuur en twee bedsteden. Naast de binnenkamer was een gang die leidde naar een keukentje en naar een achterkamer aan de overzijde van een plaatsje. In het huis gaf een spiltrap toegang tot de zolder. Deze zolder bezat een vrij hoge borstwering en kan heel goed als woonruimte zijn gebruikt. De hoge kap bood verder plaats aan een vliering voor de berging van goederen.